Officieel is hij per 1 augustus van dit jaar depothouder in Oude Pekela, met veertien wijken en ongeveer vijftienhonderd kranten. Maar een nieuwkomer in krantenland is hij allerminst. "Oorspronkelijk was ik hovenier van mijn vak, maar moest daar door een spieraandoening mee stoppen. Begin jaren negentig ben ik toen bij Santibri begonnen met folderbezorging. Van het een kwam het ander en op een goed moment had ik een eigen vrachtwagen. Daar reed ik folders mee uit voor Santibri. En was ik charter voor het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden. En ik had er toen ook al een klein depot bij, hier in Oude Pekela, met vijf bezorgers."
Marten bleef rijden voor NDC tot 2005, om vervolgens verder te gaan als zelfstandige in groente en fruit. Daar kwam op een goed moment ook een einde aan -'Ik heb echt van alles gedaan in mijn leven'- en eind vorig jaar wist NDC hem te vinden met de vraag of hij het depot in Oude Pekela wilde overnemen. "Het was voor mij gewoon een kwestie van de draad weer oppakken. En dat vroege opstaan is geen probleem: ik heb aan een paar uurtjes slaap genoeg. Ik sta om kwart over drie 's nachts op en lig er nooit eerder in dan 's avonds tussen tien en elf. Zo heb ik mooi tijd voor mijn grote hobby: paarden."
Die hobby deelt hij met zijn eega Gerda, waar hij vier jaar geleden mee trouwde. "Ik had vroeger al wel eens een paardje gehad, maar Gerda heeft mij als paardenliefhebber echt enthousiast gemaakt. We hebben vier paarden en zijn er alle dagen mee bezig. Op concoursen zie je ons niet, we houden het echt voor onszelf. Gerda mag graag met ze tölten. Dat kun je vergelijken met snelwandelen. We huren een schuur hier dicht in de buurt met een hectare land en ergens anders nog zesduizend vierkante meter grasland. We doen alles zelf en hebben onder andere een McCormick trekkertje van 1959, een bandhooier van 1957 en een stokoude platte wagen om het gras en hooi binnen te halen. We lijken wel kleine boertjes! Een prachtige hobby, die paarden!"